De Vlaamse Volksbeweging (VVB) afdeling HEKLA (Hove, Edegem, Kontich, Lint, Aartselaar) hield op zaterdagnamiddag 25 januari zijn jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in zaal “Zwaluwnest” aan de Drie Eikenstraat in Edegem.

Er waren een veertigtal aanwezigen, waaronder VB-volksvertegenwoordiger Rita De Bont uit Mortsel, gemeenteraadsvoorzitter Guido Sel (N-VA) uit Hove, de VB-gemeenteraadsleden Hans Verreyt uit Boom en Tom Van Grieken uit Mortsel en verder nog een hele rits N-VA en VB-bestuursleden uit de gemeenten in de regio. Hoves burgemeester Koen Volckaerts was verontschuldigd wegens verblijf in het buitenland. Van de traditionele partijen was er dit jaar geen enkele vertegenwoordiger.

De Vlaamse Volksbeweging is een partijpolitiek onafhankelijke vereniging van Vlaamsgezinden. Sinds 1991 ijvert de V.V.B. voor de oprichting van een onafhankelijke Republiek Vlaanderen. De VVB houdt er goede contacten op na met de meeste Vlaamse politieke partijen en weegt op een aantal institutionele dossiers. Met het Taal Aktie Komitee (T.A.K.) zijn er nauwe structurele en persoonlijke banden. Sedert enkele jaren zijn er ook nauwe banden met Schotse, Catalaanse, Baskische en Zuid-Tiroolse geestesgenoten, allemaal regio’s die opkomen voor meer autonomie of onafhankelijkheid.

De VVB is met ongeveer 6.000 leden een van de grotere socio-culturele verenigingen in Vlaanderen. Het heeft meer dan honderd lokale afdelingen, verschillende tijdschriften (klassieke en e-zines) en een aantal specifieke (taak)werkgroepen.

De afdeling HEKLA bestaat sedert 2003, telt een 160 leden en had als eerste voorzitter Luc Van den Weygaert uit Hove. In 2007 werd dit Paul Vanstappen uit Edegem en vandaag is de voorzitter André Helderweireldt eveneens uit Edegem.

[AFG_gallery id=’11’]

 

Toespraak van de heer Wim De Winter, vertegenwoordiger van de Vlaamse Solidaire Vakbond (VSV):

Toespraak Wim De WinterVlaamse vrienden,

Spreken voor de Vlaamse Volksbeweging voelt voor mij een beetje aan als thuiskomen. Ik heb nog een korte tijd meegedraaid in de VVB, namelijk in de periode toen zonder verpinken werd gekozen voor de Vlaamse onafhankelijkheid. Dat was in het begin van de jaren ’90. Om de eis voor onafhankelijkheid kracht bij te zetten, zette de VVB het Actiecomité Vlaanderen ’90 op poten, met als resultaat twee marsen op Brussel. Vele oudstrijders zullen zich de tweede mars in deze korte reeks nog wel herinneren, al was het maar omdat een duidelijk dronken burgemeester Brouhon zijn pakkemannen inzette om – lustig zwaaiend met hun gummiknuppels – de onverlaten aan te pakken die een Belgisch dundoek achter zich aan over de grond sleurden. Het was ook de tijd dat de VVB onder de slogan ‘Stop Eurobrussel’ het effect wilde aanklagen van de eurocraten, die zich in en rond Brussel vestigden, waardoor de grondprijzen stegen en de verfransingsdruk op het Brabantse ommeland verhoogden.

Ook uw nieuwe voorzitter is voor mij geen onbekende. Alvorens ik kortstondig actief werd in de Vlaamse Volksbeweging, kreeg ik van Bart De Valck mijn eerste lessen in Vlaams militantisme. Dat was bij het Taal Aktie Komitée. Bart woonde toen tijdelijk in Wilrijk, waardoor we bijna wekelijks met een groepje Antwerpse jongeren naar Brussel en de randgemeenten trokken om de rechten van de Vlamingen te verdedigen. U zal er misschien mee lachen, maar voor een jonge snaak die – buiten de jaarlijkse vakantie aan zee of in de Ardennen – nauwelijks buiten de grenzen van zijn geboortestad kwam, klonken namen als Linkebeek, Kraainem en Overijse wel zeer exotisch, laat staan dat ik er enig benul van had waar deze oorden ergens gelegen waren. Gelukkig ken ik tegenwoordig veel beter mijn weg in Vlaanderen, wat bewijst dat het met die ‘kerktorenmentaliteit’ van de Vlaamse Beweging wel meevalt.

Het waren in elk geval heerlijke tijden ! We amuseerden ons rot, en dat terwijl we onze vrije tijd en onze energie opofferden voor de verlossing van Vlaanderen. Bovendien, wat mij betreft, leerden we van Brussel houden. En van de Brusselaars: de échte dan, niet de politiek-correcte en bekakte Dansaertvlamingen. De Brusselaars, met hun Bourgondische rondborstigheid en hun sappige streektaal, zo kenmerkend voor de oorspronkelijke inwoners van het rijkelijk met vette gronden gezegende Brabant. Ik heb eens horen zeggen dat Brusselaars niet overeen komen met Antwerpenaren, maar daar heb ik nooit iets van gemerkt. Integendeel zelfs : ik heb me altijd uitstekend thuis gevoeld tussen mijn mede-Brabanders !

Ik wens de VVB trouwens veel geluk met haar nieuwe voorzitter. Naar ik kon volgen op het internet en in verschillende tijdschriften, wil Bart De Valck meer naar de mensen toe gaan, met een Vlaamse boodschap die nauw aansluit bij de leefwereld van de Vlamingen. Goed zo ! Dit kan elke bewuste Vlaming alleen maar toejuichen !

Dit is ook wat de Vlaamse Solidaire Vakbond wil: als vakbond naar de mensen toegaan met een Vlaamse boodschap die nauw aansluit bij de leefwereld van de Vlamingen. Dit willen wij doen met een vernieuwend verhaal, waarbij sociaaleconomische eisen gekoppeld worden aan Vlaamse eisen. Op die manier willen wij de belgicistische vakbonden het alleenrecht ontnemen op de sociale thema’s. Dit is belangrijk, omdat zij door dit alleenrecht de arbeidersbeweging monopoliseren, waardoor zij het Belgische evenwicht nooit in vraag stellen, en zeker geen Vlaamse eisen naar voren schuiven.

En dat vakbondsmonopolie is historisch gegroeid. Maar eerst dit : geen enkele Vlaming met een beetje gezond verstand zal ontkennen dat de vakbonden nodig waren. Want de geschiedenis van de Industriële Revolutie is niet alleen de geschiedenis van de technologische vooruitgang, maar ook de geschiedenis van de sociale ellende. Wie kent er niet het verhaal van de tienduizenden plattelandsbewoners die naar de steden trokken om werk te vinden in de pas opgerichte fabrieken ? Wie kent er niet de nood van de arbeiders uit de 19de eeuw, die met hun gezinnen samenhokten in ongezonde, veel te kleine en verkrotte huisjes in stinkende steegjes, met slechts één toilet per zoveel inwoners ? Wie heeft er niet gehoord van de slechte arbeidsomstandigheden, van de lange dagen in de fabriek, van de kinderarbeid, van het alcoholisme en van het gebrek aan sociale voorzieningen ? Deze mensen waren arm en bleven arm, ondanks hun dagelijkse arbeid, terwijl de burgerij met de winst aan de haal ging. In deze ellendige omstandigheden kwam de arbeidersbeweging tot stand, als een noodzaak. De vakbonden zorgden ervoor, dat de uitgebuite arbeiders een vuist konden maken om hun rechten te verdedigen.

In Vlaanderen heerste daarenboven een dubbele discriminatie : om hoger op de maatschappelijke ladder te klimmen, was het aanbevolen Frans te kennen, dat terwijl zowat alle arbeiders alleen maar hun streektaal spraken. Het is dan ook logisch dat de arbeidersbeweging in Vlaanderen het sociale aan het Vlaamse thema koppelde: een socialistisch boegbeeld als Edward Anseele durfde het in zijn jonge jaren dan ook aan om 1830 als een ‘afschuwelijke daad’ te bestempelen. Twee socialisten uit de begintijd van de arbeidersbeweging, Emiel Moyson en César De Paepe, waren lid van ‘Vlamingen Vooruit !’, dat zich tot doel stelde de verheffing van het Vlaamse volk door middel van de moedertaal. Ook in de christelijke arbeidersbeweging zag men het belang van de taal in, denken we aan de gebroeders Daens uit Aalst en de Roelanders uit Ninove.

Lees verder op pagina 2…

Pagina's: 1 2