door Wim De Smet in ’t Pallieterke . 

In het Stadio Olimpico in Rome gaat vrijdag het Europees Kampioenschap voetbal van start. Een jaar later dan gepland, omwille van de coronapandemie, blikken we met voormalig Rode Duivel Jan Ceulemans (64) vooruit op deze hoogmis van het voetbal. “De Rode Duivels nemen het straks niet op tegen Janneke en Mieke.”

Jan Ceulemans speelde 96 wedstrijden met de Rode Duivels en genoot bekendheid om zijn wilskracht en doorzettingsvermogen. Toen hij in 1991 zijn voetballoopbaan stopzette, werd hij trainer bij onder meer Eendracht Aalst, KVC Westerlo en Club Brugge. Vandaag doet “Sterke Jan” niets meer in het voetbal. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En zo’n Europees Kampioenschap, in de nasleep van corona, het blijft toch wel iets hebben. “Het zijn compleet andere omstandigheden dan vroeger”, zegt Caje. “Een groot tornooi zonder publiek in de tribunes, dat zal de sfeer niet ten goede bekomen. Veel voetbalspelers waren het gewoon om voor volle stadions van 40.000 supporters of meer te spelen. Nu vinden de wedstrijden plaats in een leeg stadion. Jammer. Maar voor de spelers kan het ook nog een positieve zijde hebben: ze kunnen nu niet uitgefloten worden (lacht).”

harde duels

Hoe schat u de kansen in voor de Rode Duivels ?

“België is een van de favorieten, maar er zijn ook veel twijfels. Het valt nog af te wachten of Axel Witsel speelklaar geraakt. En er is ook nog Eden Hazard. Hij heeft de jongste maanden, jaren eigenlijk, bijna niet meer gespeeld omdat hij van de ene blessure in de andere sukkelde.”

“Bovendien wordt de Belgische ploeg er niet echt jonger op. Vertonghen, Alderweireld, Vermaelen,… zijn allemaal de 30 voorbij. Maar goed, ze kunnen die leeftijd compenseren met routine en ervaring. Maar dan mogen ze niet gekwetst raken natuurlijk. Thomas Vermaelen is volgens mij de beste verdediger van zijn generatie, maar hij is constant geblesseerd. En op een EK kan je je dat niet permitteren. Je speelt daar niet tegen Janneke en Mieke. De Rode Duivels spelen eerst tegen Rusland en Denemarken. Dat zijn niet de toplanden, maar als je team niet compleet is, kan je wel in de problemen komen.”

JAN CEULEMANS 
Geboren : Lier, 28 februari 1957
Winnaar van de Gouden Schoen in 1980, 1985 en 1986
Speelde bij SK Lierse (1974-1978) en Club Brugge (1978-1992)
Was 96 keer Rode Duivel en scoorde 22 doelpunten 

Is deze generatie sterker dan de nationale ploeg uit de jaren ’80 waar u deel van uitmaakte ?

“Die verschillende generaties kan je vergelijken. Het huidige nationale elftal is in zekere zin beter te noemen, maar ze start ieder tornooi wel in de rol van favoriet en dat maakt het er voor hen niet makkelijker op. Dat was bij ons anders. Wij hadden onze kwaliteiten. We gingen uit van een stevige organisatie en rekenden vervolgens op jongens als Erwin Vandenbergh of Swat Van der Elst om een goal te maken. Zo maakten wij het verschil.”

“Maar deze generatie moet wel eens een grote prijs pakken. De finale zou mooi zijn. Voor enkele Rode Duivels is dit het tornooi van de laatste kans om dat te doen.”

Is het voetbal vandaag nog te vergelijken met de omstandigheden waarin uw generatie moest werken ?

“Dertig jaar geleden was alles anders. De voorbereiding op zo een tornooi, dat is vandaag echt top, zowel op mentaal als medisch niveau. Wij hadden twee emmers water waar we moesten rondlopen als training (lacht). Nee, de voetbalwereld zit vandaag anders in elkaar. De conditie van de spelers wordt vandaag permanent gemonitord. Zo ziet de medische staf meteen wie in een mindere vorm zit. Dat gaat zover dat het bijna de fysiektrainer is die bepaalt wie er mag spelen.”

Is het voetbal nog even plezant als vroeger ?

“Wij hebben een heel mooie tijd meegemaakt, maar zoals ik al zei : je kan die werelden niet meer vergelijken. Wij gingen op afzondering en als ontspanning konden we daar een spelletje kaarten. En als we met het thuisfront eens wilden telefoneren, dan moesten we in een rij gaan aanschuiven. Pas op, qua sfeer en belevenis denk ik dat het plezanter was in mijn tijd. Maar was dat nu beter of slechter ? Ik bewaar mooie herinneringen aan mijn carrière, maar de ploeg zelf is nu toch veel beter voorbereid.”

Intussen zijn de lonen van voetballers ook fors gestegen. Had u  niet liever vandaag topvoetballer geweest ?

“Ja, eigenlijk wel. En we moeten daar eerlijk durven in zijn : geld is niet onbelangrijk. Voetballers die vandaag, zelfs in eigen land, aan de top spelen, kunnen heel veel geld verdienen. Het is hen gegund, laat daar geen misverstand over bestaan. Als je vandaag goed bent, én je gebruikt je verstand, dan krijg je je geld in geen leven meer opgesoupeerd. Dan ben je dus ‘binnen’, hé… Zo simpel is dat.”

Die gigantische vergoedingen stoten heel wat mensen tegen de borst.

“Ja, dat snap ik, maar het zijn wel de clubs die die sommen blijven betalen. En die situatie blijft maar duren. Ik zie ook hoe er steenrijke zakenlui uit Rusland, China of de woestijn naar hier komen om clubs op te kopen. Misschien zal het ooit eens wat minder hard gaan, maar voorlopig blijven die mannen toch veel geld in het voetbal stoppen. En je kan je daar veel vragen bij stellen. Maar kijk, het is nu eenmaal zo.”

Gaat u zelf nog vaak naar het voetbal ?

“Ik heb zes jaar geleden de voetbalwereld vaarwel gezegd. Dat was een bewuste keuze. Je moet dat kunnen loslaten. Ik ben beginnen fietsen. Op mijn eigen manier, aan mijn eigen tempo. En ik doe dat ongelooflijk graag.”

“Ik volg ook niet meer alle wedstrijden zoals ik dat vroeger deed. Als Westerlo thuis speelt, ga ik eens kijken, tenminste als dat opnieuw is toegelaten. Meestal ga ik ook naar het stadion om de vrienden nog eens te zien, een praatje te maken, een pintje te drinken. En ik ga ook nog wel eens naar Lierse of Club Brugge kijken. Maar die echte interesse om alles op de voet te volgen, die is er niet meer.”

In 2018 was u ook kandidaat voor N-VA voor de gemeenteraadsverkiezingen in Westerlo. Misschien ligt daar nog een toekomst ?

“Dat denk ik niet. Ik ben op de N-VA-lijst gekomen op vraag van Herman Wijnants (de voormalige manager van KVC Westerlo die tot 2018 ook schepen was). Ik heb heel veel stemmen gehaald en was ook verkozen. Maar de N-VA heeft in Westerlo zware klappen gekregen. De partij belandde in de oppositie. Dus heb ik mijn mandaat maar doorgegeven aan jonge, geëngageerde mensen die als oppositieraadslid de knepen van de politiek kunnen leren.”

Bent u nog lid van N-VA ?

“Ik heb nog altijd een lidkaart, maar het is vooral het lokale beleid dat me boeit. De nationale politiek heeft me nooit hard aangesproken. Bart De Wever heb ik bijvoorbeeld nog niet van dichtbij gezien. Ik veronderstel wel dat hij weet dat ik kandidaat was voor zijn partij. Maar De Wever is niet zo bezeten van het voetbal, vermoed ik (lacht).”

Slotvraag : welk land wordt Europees kampioen ?

“Heb je een halfuurtje ? Dan zoek ik mijn glazen bol even op. De vijf grote favorieten zijn Spanje, Frankrijk, Portugal, Duitsland en België. De kampioen zal vermoedelijk wel uit dat groepje komen.”

Foto’s (c) Gazet van Hove.